Een eigen netaansluiting voor laden wordt steeds vaker overwogen door bedrijven die hun elektrische laadinfrastructuur willen uitbreiden. De investering is rendabel wanneer de besparing op capaciteitskosten en de flexibiliteit in vermogensbeheer opwegen tegen de aansluitkosten. Voor bedrijven met meer dan 10 laadpunten of een dagelijks laadvolume boven 500 kWh wordt een eigen netaansluiting vaak financieel interessant, vooral bij groeiplannen voor de komende 3-5 jaar.
Wat is een eigen netaansluiting voor laden en waarom zou je deze overwegen?
Een eigen netaansluiting voor elektrisch laden is een directe verbinding tussen het elektriciteitsnet en je laadinfrastructuur, onafhankelijk van de bestaande gebouwaansluiting. Bij een gedeelde aansluiting deel je de beschikbare capaciteit met andere verbruikers in het gebouw, terwijl een eigen aansluiting volledig tot je beschikking staat voor laaddoeleinden.
De belangrijkste redenen om een eigen netaansluiting te overwegen zijn volledige controle over de beschikbare capaciteit en de mogelijkheid om het vermogen flexibel in te zetten. Je bent niet meer afhankelijk van het energieverbruik van andere gebruikers in het gebouw, wat vooral tijdens piekuren een groot verschil maakt. Daarnaast kun je met een eigen aansluiting sneller opschalen wanneer de laadbehoefte groeit.
Voor bedrijven die hun wagenpark elektrificeren of publieke laadvoorzieningen willen aanbieden, biedt een eigen netaansluiting de zekerheid van constante beschikbaarheid. Je kunt het volledige gecontracteerde vermogen inzetten voor laden, zonder rekening te hoeven houden met andere energieverbruikers. Dit maakt planning en capaciteitsbeheer aanzienlijk eenvoudiger.
Hoeveel kost een eigen netaansluiting voor laadinfrastructuur?
De kosten voor een eigen netaansluiting bestaan uit verschillende componenten die samen de totale investering bepalen. De grootste kostenposten zijn de aansluitkosten bij de netbeheerder, graafwerkzaamheden, installatiekosten en de periodieke kosten voor beheer en onderhoud.
De aansluitkosten variëren sterk per netbeheerder en gewenste capaciteit. Voor een aansluiting groter dan 3x80A op het laagspanningsnet betaal je maandelijkse kosten voor beheer en onderhoud. Bij aansluitingen tussen 3x80A en 100 kVA liggen deze kosten hoger dan bij kleinere aansluitingen. De exacte tarieven worden jaarlijks vastgesteld door netbeheerders zoals Liander, Stedin en Enexis.
Graafwerkzaamheden vormen vaak een substantieel deel van de totale kosten. De afstand tussen het aansluitpunt en je laadlocatie bepaalt grotendeels deze kosten. Ook de ondergrond (bestrating, asfalt of grond) en eventuele obstakels beïnvloeden de prijs. Installatiekosten omvatten de aanleg van kabels, de hoofdverdeler en alle benodigde veiligheidsvoorzieningen.
Wanneer wordt een eigen netaansluiting financieel interessant?
Een eigen netaansluiting wordt financieel interessant wanneer de besparingen en voordelen opwegen tegen de investering. Het break-even punt hangt af van verschillende factoren zoals het aantal laadpunten, dagelijks laadvolume en verwachte groei van je elektrische vloot.
Voor bedrijven met 10 tot 15 laadpunten die dagelijks intensief gebruikt worden, kan een eigen aansluiting al rendabel zijn. Bij een gemiddelde laadsessie van 24 kWh in 6 uur komt dit neer op ongeveer 4 kW gemiddeld vermogen per sessie. Met een gelijktijdigheidsfactor van 70% voor 15 laadpunten heb je ongeveer 42 kW nodig tijdens piekuren. Als dit vermogen niet beschikbaar is op je bestaande aansluiting, wordt een eigen netaansluiting aantrekkelijk.
De financiële voordelen worden groter naarmate je meer laadt en wanneer je plannen hebt voor uitbreiding. Bedrijven die binnen 3-5 jaar willen groeien naar 30 of meer laadpunten, doen er verstandig aan direct een eigen aansluiting aan te vragen. Dit voorkomt dubbele kosten en lange wachttijden bij latere uitbreiding. Bovendien profiteer je direct van lagere tarieven per kWh bij grootverbruikaansluitingen.
Wat zijn de alternatieven voor een eigen netaansluiting?
Er zijn verschillende alternatieven voor een eigen netaansluiting die afhankelijk van je situatie interessant kunnen zijn. Load balancing op de bestaande aansluiting is vaak de eerste stap. Hierbij verdeel je het beschikbare vermogen dynamisch over de laadpunten, waardoor je meer auto’s kunt laden zonder de aansluiting te overbelasten.
Een tweede alternatief is het toevoegen van zonnepanelen aan je laadinfrastructuur. Door overdag te laden met zonne-energie verminder je de belasting op het net en bespaar je op energiekosten. Dit werkt vooral goed voor bedrijven waar auto’s overdag aanwezig zijn, zoals bij kantoren of zorginstellingen.
Batterijopslag vormt de derde stap in slimme laadinfrastructuur. Een batterijsysteem slaat energie op tijdens daluren of wanneer er overschot is aan zonne-energie. Deze energie gebruik je tijdens piekuren voor het laden, waardoor je met een kleinere netaansluiting toch veel auto’s kunt laden. Voor project ontwikkeling van complexe laadoplossingen is deze combinatie vaak de meest efficiënte aanpak.
Hoe bereken je de benodigde capaciteit voor je laadinfrastructuur?
Het berekenen van de benodigde netcapaciteit begint met het in kaart brengen van je laadbehoefte. Belangrijke factoren zijn het aantal voertuigen, de gemiddelde dagelijkse rijafstand, de beschikbare laadtijd en de gelijktijdigheid van het laden.
Voor een realistische berekening ga je uit van de werkelijke laadbehoefte, niet van het theoretische maximum. Een elektrische auto die dagelijks 100 kilometer rijdt, verbruikt ongeveer 20 kWh. Bij een laadtijd van 8 uur ’s nachts is 2,5 kW voldoende. Voor 20 auto’s met een gelijktijdigheidsfactor van 80% kom je op 40 kW benodigde capaciteit. Voeg hier altijd 30% smart charging ruimte aan toe voor flexibiliteit en toekomstige groei.
Slimme laadsystemen optimaliseren het gebruik van de beschikbare capaciteit door het laadvermogen dynamisch aan te passen. Ze houden rekening met de vertrekttijd van voertuigen, de benodigde energie en de beschikbare netcapaciteit. Hierdoor kun je met minder netcapaciteit toch alle voertuigen op tijd opladen.
Welke vergunningen en procedures zijn nodig voor een eigen netaansluiting?
Het aanvragen van een eigen netaansluiting volgt een vast stappenplan dat begint met het indienen van een aanvraag bij de regionale netbeheerder. Voor kleinverbruikaansluitingen tot 3x80A is de procedure relatief eenvoudig, maar voor grootverbruikaansluitingen zijn meer stappen nodig.
De eerste stap is het aanvragen van een offerte bij je netbeheerder. Hiervoor lever je gegevens aan over de gewenste capaciteit, locatie en het verwachte verbruiksprofiel. De netbeheerder onderzoekt of er voldoende capaciteit beschikbaar is in het lokale net. Bij grootverbruikaansluitingen kan een netimpactanalyse nodig zijn.
Na acceptatie van de offerte start de vergunningsprocedure. Voor graafwerkzaamheden heb je een vergunning nodig van de gemeente. De doorlooptijd varieert van 8 tot 20 weken, afhankelijk van de complexiteit en de werkdruk bij netbeheerder en gemeente. Bij grootverbruikaansluitingen moet je ook rekening houden met het aanvragen van een gecontracteerd transportvermogen, waarbij je maandelijks betaalt voor de gereserveerde capaciteit.
Een eigen netaansluiting voor laden is een belangrijke investering die goed overwogen moet worden. De rendabiliteit hangt af van je specifieke situatie, groeiverwachtingen en de mogelijkheden op je locatie. Na het realiseren van je eigen netaansluiting is het belangrijk om te investeren in de juiste managementsystemen voor laadinfrastructuur om optimaal gebruik te maken van je investering. Wil je weten wat de beste oplossing is voor jouw situatie? Neem dan contact met ons op voor persoonlijk advies over je laadinfrastructuur.