Moderne elektrische laadpaal met LED-indicatoren verbonden aan elektriciteitspaneel, zonnepanelen en batterijopslag op achtergrond

Hoe bepaal je de benodigde aansluitwaarde voor laadinfrastructuur?

De benodigde aansluitwaarde voor laadinfrastructuur bepaalt hoeveel elektrische voertuigen je tegelijkertijd kunt laden zonder het elektriciteitsnet te overbelasten. Het gaat om het maximale vermogen dat via je netaansluiting beschikbaar is, uitgedrukt in kilowatt (kW) of ampère (A). Voor bedrijven die elektrische voertuigen willen laden is de juiste aansluitwaarde essentieel om laadproblemen te voorkomen en toekomstige groei mogelijk te maken.

Wat is aansluitwaarde en waarom is het belangrijk voor laadinfrastructuur?

Aansluitwaarde is het maximale vermogen dat je via de netaansluiting van je gebouw kunt gebruiken. Voor laadinfrastructuur bepaalt dit hoeveel laadpunten je kunt installeren en hoe snel voertuigen kunnen laden. Een standaard 3x25A aansluiting levert bijvoorbeeld maximaal 17,3 kW, terwijl een 3x80A aansluiting tot 55 kW kan leveren.

De relatie tussen aansluitwaarde en het aantal laadpunten is niet één-op-één. Een laadplein met 10 laadpunten van elk 11 kW heeft namelijk geen 110 kW aansluitwaarde nodig. In de praktijk laden voertuigen gemiddeld 24 kWh in ongeveer 6 uur, wat neerkomt op slechts 4 kW gemiddeld vermogen per laadsessie. Dit verschil tussen piekvermogen en werkelijk gebruik maakt slim energiemanagement mogelijk.

Voor bedrijven is de juiste aansluitwaarde cruciaal omdat een te kleine aansluiting leidt tot laadproblemen tijdens piekmomenten. Een te grote aansluiting betekent onnodige maandelijkse kosten voor capaciteit die je niet gebruikt. De balans vinden tussen huidige behoefte en toekomstige groei is daarom essentieel voor een kostenefficiënte laadinfrastructuur.

Hoe bereken je hoeveel vermogen je laadinfrastructuur nodig heeft?

Het berekenen van het benodigde vermogen voor laadinfrastructuur begint met het analyseren van je werkelijke laadbehoefte. Tel eerst het aantal voertuigen dat tegelijk moet kunnen laden tijdens piekmomenten. Vermenigvuldig dit met het gemiddelde laadvermogen per sessie (meestal 4-6 kW) in plaats van het maximale laadvermogen van de laadpaal.

Voor een kantoor met 20 elektrische leaseauto’s die overdag laden, ziet de berekening er als volgt uit: gemiddeld zijn 15 auto’s tegelijk aanwezig (75% aanwezigheidsfactor). Van deze 15 auto’s laden er gemiddeld 10 tegelijkertijd (67% gelijktijdigheidsfactor). Met een gemiddeld laadvermogen van 5 kW per auto komt dit neer op 50 kW benodigd vermogen tijdens piekmomenten.

Logistieke centra hebben een andere dynamiek. Elektrische bestelwagens laden vaak ’s nachts met hogere vermogens. Voor 30 voertuigen die tussen 18:00 en 06:00 uur volledig moeten opladen, met een gemiddelde batterij van 60 kWh, is ongeveer 150 kW nodig wanneer je rekent met een gelijktijdigheidsfactor van 80%.

Parkeergarages voor bezoekers hebben weer andere patronen. Hier is de verblijftijd korter en de laadbehoefte lager. Voor 50 parkeerplaatsen met laadpunten kun je rekenen met een gelijktijdigheidsfactor van slechts 20-30%, wat resulteert in een vermogensbehoefte van 40-60 kW voor het gehele laadplein.

Wat zijn de verschillen tussen 1-fase en 3-fase aansluitingen voor laden?

Een 1-fase aansluiting (230V) levert maximaal 3,7 kW laadvermogen bij 16A of 7,4 kW bij 32A. Dit is voldoende voor thuisladen maar beperkt voor zakelijke toepassingen. 3-fase aansluitingen (400V) zijn standaard voor bedrijven en leveren tot 11 kW bij 3x16A of 22 kW bij 3x32A per laadpunt.

Het verschil in laadsnelheid is aanzienlijk. Met 1-fase laden voeg je ongeveer 15-30 km rijbereik per uur toe, terwijl 3-fase laden 55-110 km per uur oplevert. Voor bedrijven met meerdere voertuigen of beperkte parkeertijd is 3-fase laden daarom essentieel. De impact op de totale aansluitwaarde is evenredig: een laadplein met tien 3-fase laadpunten van 11 kW vraagt een veel grotere netaansluiting dan tien 1-fase laadpunten.

De keuze tussen 1-fase en 3-fase heeft ook invloed op de flexibiliteit van je laadinfrastructuur. Met 3-fase aansluitingen kun je het beschikbare vermogen dynamisch verdelen over meerdere laadpunten. Dit maakt het mogelijk om binnen dezelfde aansluitwaarde meer voertuigen te laden door het vermogen slim te verdelen op basis van de werkelijke laadbehoefte per voertuig.

Wanneer moet je je huidige netaansluiting verzwaren voor laadpalen?

Je huidige netaansluiting moet verzwaard worden wanneer het piekvermogen van je gebouw plus de laadinfrastructuur de beschikbare capaciteit overschrijdt. Indicatoren hiervoor zijn stroomstoringen tijdens piekmomenten, trage laadsnelheden of plannen voor uitbreiding van het aantal laadpunten. Ook de wens voor snelladers boven 50 kW maakt vaak verzwaring noodzakelijk.

Voor een typisch kantoorgebouw met een 3x80A aansluiting (55 kW) die al 40 kW gebruikt voor normale bedrijfsvoering, blijft slechts 15 kW over voor laden. Dit is voldoende voor 3-4 voertuigen met slim laden, maar ontoereikend voor grotere aantallen. In deze situatie is verzwaring naar bijvoorbeeld 3x125A of hoger vaak onvermijdelijk.

Alternatieven voor netverzwaring zijn slim laden met dynamisch energiemanagement, het toevoegen van zonnepanelen voor extra vermogen overdag, en batterijopslag voor piekvermogen. Deze oplossingen kunnen de noodzaak voor een duurdere netaansluiting uitstellen of zelfs voorkomen. Vooral de combinatie van deze drie elementen maakt het mogelijk om binnen de bestaande aansluitwaarde aanzienlijk meer laadcapaciteit te realiseren.

Hoe voorkom je overbelasting van je netaansluiting met slim laden?

Slim laden voorkomt overbelasting door het beschikbare vermogen dynamisch te verdelen over alle actieve laadpunten. Een energiemanagementsysteem meet continu het totale energieverbruik van het gebouw en past de laadsnelheid automatisch aan. Tijdens kantooruren met hoog energieverbruik laden auto’s langzamer, terwijl ’s nachts het volledige vermogen beschikbaar is voor laden.

De eerste stap is het implementeren van load balancing tussen de laadpunten onderling. Wanneer drie auto’s tegelijk laden aan 11 kW laadpunten maar slechts 22 kW beschikbaar is, verdeelt het systeem dit automatisch in bijvoorbeeld 7,3 kW per auto. De tweede stap is het toevoegen van zonnepanelen, waardoor overdag extra vermogen beschikbaar komt zonder de netaansluiting te belasten.

Als derde en laatste stap voeg je batterijopslag toe aan het systeem. De batterij slaat overtollige zonne-energie op en levert extra vermogen tijdens piekmomenten. Deze geïntegreerde aanpak maakt het mogelijk om met een bestaande aansluitwaarde tot 30% meer laadcapaciteit te realiseren. Het systeem voorspelt laadpatronen en optimaliseert het gebruik van netaansluiting, zonne-energie en batterijcapaciteit voor maximale efficiency.

Wat kost het verzwaren van een netaansluiting voor laadinfrastructuur?

De kosten voor het verzwaren van een netaansluiting bestaan uit eenmalige aansluitkosten en structurele capaciteitskosten. Voor een verzwaring van 3x80A naar 3x125A betaal je eenmalige kosten aan de netbeheerder plus maandelijkse kosten voor de extra capaciteit. Deze periodieke kosten lopen op naarmate je meer capaciteit reserveert.

Naast de directe netwerkkosten zijn er vaak aanvullende investeringen nodig. Denk aan een nieuwe hoofdverdeler, zwaardere bekabeling en mogelijk graafwerkzaamheden wanneer de bestaande infrastructuur ontoereikend is. Voor grootverbruikaansluitingen boven 3x80A gelden specifieke tarieven per netbeheerder, waarbij de kosten sterk kunnen variëren afhankelijk van de locatie en benodigde aanpassingen aan het elektriciteitsnet.

Alternatieven zoals slim laden met energiemanagement zijn vaak kosteneffectiever dan netverzwaring. De investering in een slim laadsysteem met dynamische verdeling betaalt zich terug door lagere maandelijkse netkosten. De combinatie met zonnepanelen en batterijopslag vraagt een hogere initiële investering maar biedt langdurig lagere operationele kosten en meer flexibiliteit voor toekomstige groei.

Het bepalen van de juiste aansluitwaarde voor laadinfrastructuur vraagt om een strategische aanpak waarbij je huidige behoefte, toekomstige groei en slimme alternatieven tegen elkaar afweegt. Door te kiezen voor dynamisch energiemanagement, zonnepanelen en eventueel batterijopslag kun je binnen je bestaande netaansluiting vaak meer realiseren dan je denkt. Wil je weten welke oplossing het beste past bij jouw situatie? Neem dan contact met ons op voor een vrijblijvend adviesgesprek over de mogelijkheden voor jouw locatie.