Zakelijke laadinfrastructuur bestaat uit een netwerk van laadpunten, bekabeling, netaansluitingen en een slim energiemanagementsysteem dat speciaal is ontworpen voor bedrijven. In tegenstelling tot particuliere laadoplossingen gaat het bij zakelijke infrastructuur om meerdere laadpunten die tegelijkertijd gebruikt worden, waarbij het beschikbare vermogen dynamisch verdeeld moet worden. Deze geavanceerde systemen integreren steeds vaker met zonnepanelen en batterijopslag voor optimaal energiebeheer en kostenefficiëntie.
Wat is zakelijke laadinfrastructuur precies?
Zakelijke laadinfrastructuur omvat alle componenten die nodig zijn om elektrische voertuigen op bedrijfslocaties te laden. Dit betekent laadpalen, bekabeling, netaansluiting en een centraal energiemanagementsysteem dat alles aanstuurt. Het belangrijkste verschil met particuliere oplossingen is de schaal en complexiteit: waar thuis één laadpunt volstaat, hebben bedrijven vaak tientallen laadpunten nodig die gelijktijdig gebruikt worden.
De basiscomponenten van zakelijke laadinfrastructuur zijn laadpalen (AC of DC), een hoofdverdeler met voldoende capaciteit, bekabeling volgens NEN-normen, en een slim beheersysteem. Dit systeem communiceert via het OCPP-protocol (Open Charge Point Protocol) tussen laadpalen en backoffice, waardoor centraal beheer en monitoring mogelijk wordt. Voor officiële afrekening zijn MID-gecertificeerde meters vereist die nauwkeurig het energieverbruik per laadsessie registreren.
Een essentieel onderdeel is het energiemanagementsysteem (EMS) dat de beschikbare netcapaciteit optimaal verdeelt. Dit systeem voorkomt overbelasting van de hoofdaansluiting en integreert met eventuele zonnepanelen en batterijopslag. Voor bedrijven betekent dit dat ze meer laadpunten kunnen realiseren zonder kostbare netverzwaring, wat de business case aanzienlijk verbetert.
Hoe werkt load balancing bij meerdere laadpunten?
Load balancing is een slimme technologie die het beschikbare vermogen dynamisch verdeelt over actieve laadpunten op basis van de totale netcapaciteit. Het systeem monitort continu het energieverbruik van het gebouw en past het laadvermogen per auto aan om binnen de grenzen van de hoofdzekering te blijven. Deze dynamische stroomverdeling voorkomt kostbare netuitbreidingen van vaak 20.000 euro of meer.
Het algoritme achter load balancing werkt volgens prioriteitsregels die de beheerder kan instellen. Wanneer een nieuwe auto begint met laden, berekent het systeem hoeveel vermogen beschikbaar is na aftrek van het gebouwverbruik. Dit resterende vermogen wordt verdeeld over alle actieve laadsessies, waarbij rekening gehouden wordt met de minimale laadstroom van 6 ampère per fase die elektrische auto’s nodig hebben.
In de praktijk betekent dit dat tijdens kantooruren, wanneer het gebouwverbruik hoog is, auto’s langzamer laden. ’s Nachts of in het weekend, wanneer het gebouw weinig energie vraagt, kunnen dezelfde auto’s met vol vermogen laden. Voor een typisch kantoorpand met 10 laadpunten kan load balancing het verschil maken tussen een investering van 4.000-6.000 euro per AC-laadpunt of een netuitbreiding van tienduizenden euro’s.
Welke soorten laadpalen zijn geschikt voor bedrijven?
Voor bedrijven zijn AC-laders (11-22 kW) en DC-snelladers (50-350 kW) beschikbaar, waarbij de keuze afhangt van parkeerduur en dagelijkse kilometers van gebruikers. AC-laders met 11 kW vermogen laden ongeveer 45-60 kilometer per uur bij en zijn geschikt voor 80% van de zakelijke toepassingen waar auto’s minimaal 4 uur parkeren. De investering voor een AC-laadpunt inclusief installatie bedraagt 4.100-6.000 euro.
DC-snelladers zijn essentieel voor logistieke bedrijven, taxi’s en andere intensieve gebruikers die snel door moeten laden. Deze systemen leveren 50 tot 350 kW en kunnen een batterij in 10-25 minuten tot 80% opladen. De investering voor DC-infrastructuur ligt tussen 20.000 en 100.000 euro, afhankelijk van het vermogen. Moderne modulaire DC-systemen zoals Kempower kunnen vermogen dynamisch verdelen over meerdere laadpunten.
De afweging tussen AC en DC hangt vooral af van de gemiddelde parkeerduur en het aantal kilometers dat gebruikers dagelijks rijden. Voor kantoorlocaties waar medewerkers 8 uur parkeren, volstaan AC-laders ruimschoots. Voor distributiecentra waar elektrische vrachtwagens tussen ritten door moeten laden, zijn DC-snelladers met 150-300 kW onmisbaar. Veel bedrijven kiezen voor een combinatie: AC voor medewerkers en bezoekers, DC voor operationele vloten.
Hoe integreer je zonnepanelen met zakelijke laadinfrastructuur?
De integratie van zonnepanelen met laadinfrastructuur gebeurt via een slim energiemanagementsysteem dat prioriteit geeft aan direct gebruik van zonne-energie voor het laden van elektrische voertuigen. Dit is financieel aantrekkelijker dan teruglevering aan het net, zeker met het wegvallen van de salderingsregeling in 2027. Het systeem voorspelt zowel de zonneproductie als de laadvraag om optimaal te plannen wanneer voertuigen geladen worden.
Bij een overschot aan zonne-energie wordt deze eerst gebruikt om aanwezige elektrische auto’s te laden. Is er dan nog energie over, dan wordt deze opgeslagen in batterijen voor gebruik tijdens piekuren of ’s nachts wanneer er geen zonneproductie is. Deze geïntegreerde laadoplossingen maximaliseren het gebruik van eigen opgewekte energie en reduceren de energiekosten significant.
De technische koppeling gebeurt op AC-niveau via de hoofdverdeler, waarbij het energiemanagementsysteem continu de energiestromen monitort en stuurt. Voor nieuwe installaties verzorgen wij de complete integratie inclusief dakconstructie-analyse, vergunningen en netaansluiting. Een typisch bedrijfspand met 100 zonnepanelen (40 kWp) kan jaarlijks ongeveer 36.000 kWh opwekken, voldoende voor ruim 180.000 elektrische kilometers.
Wat bepaalt de kosten van zakelijke laadinfrastructuur?
De kosten van zakelijke laadinfrastructuur worden bepaald door hardware, installatie, netaansluiting, software/beheer en operationele kosten. Hardware kost 1.500-3.000 euro per AC-laadpunt, installatie voegt daar 500-1.500 euro aan toe. Een eventuele netaansluiting-upgrade kan variëren van 5.000 tot 50.000 euro, afhankelijk van de benodigde capaciteit en afstand tot het distributienet.
Jaarlijkse operationele kosten omvatten energieverbruik (0,15-0,25 euro per kWh), netbeheerkosten (500-5.000 euro afhankelijk van aansluitwaarde), beheer en monitoring (200-900 euro per laadpunt) en onderhoud (100-300 euro per laadpunt). Deze kosten kunnen gedekt worden door laadtarieven van 0,30-0,50 euro per kWh voor publiek gebruik. Subsidies zoals MIA/VAMIL kunnen 30-40% van de investering dekken.
Naast directe aankoop bestaan exploitatiemodellen waarbij de infrastructuur zonder investering geplaatst wordt. Bij deze modellen betaalt de gebruiker alleen voor de afgenomen stroom via kWh-afrekening. De terugverdientijd bij aankoop varieert tussen 3-7 jaar, sterk afhankelijk van de bezettingsgraad. Een minimale bezetting van 4.000 kWh per laadpunt per jaar is essentieel voor een gezonde business case.
Hoe beheer je toegang en betaling voor zakelijke laadpunten?
Toegangsbeheer voor zakelijke laadpunten gebeurt via RFID-kaarten, mobiele apps of automatische nummerplaatherkenning, afhankelijk van de gebruikersgroepen en gewenste flexibiliteit. Voor medewerkers met leaseauto’s is split billing essentieel: het systeem scheidt automatisch privé- en zakelijke kilometers voor correcte verrekening. Gasten kunnen toegang krijgen via QR-codes of interoperabiliteitsplatforms die roaming mogelijk maken.
Het beheersysteem registreert elke laadsessie met gebruiker, tijdstip, energieverbruik en kosten via MID-gecertificeerde meters. Voor lease-rijders wordt de thuislaadvergoeding automatisch verrekend met werkgever of leasemaatschappij. Het systeem genereert maandelijkse rapportages per gebruiker, kostenplaats of voertuig voor transparante administratie. Verschillende tariefgroepen kunnen ingesteld worden: gratis voor medewerkers, gereduceerd voor bezoekers, en marktconform voor publiek gebruik.
De administratieve afhandeling gebeurt volledig automatisch via het backoffice-systeem dat communiceert volgens het OCPP-protocol. Dit maakt integratie met bestaande systemen zoals salarisadministratie of facility management software mogelijk. Voor VVE’s en woningcorporaties kunnen individuele bewoners hun eigen verbruik betalen terwijl de algemene kosten transparant verdeeld worden.
Het implementeren van zakelijke laadinfrastructuur vraagt om een doordachte aanpak waarbij techniek, financiën en gebruikersbeheer samenkomen. Met de juiste combinatie van laadpalen, slim energiebeheer en eventuele integratie van zonnepanelen en batterijopslag, creëren bedrijven een toekomstbestendige oplossing. De investering betaalt zich terug in 3-7 jaar terwijl u bijdraagt aan de energietransitie. Wilt u weten welke configuratie optimaal is voor uw situatie? Neem dan contact met ons op voor een vrijblijvend adviesgesprek over de mogelijkheden.
