Luchtfoto van moderne EV-laadstations in geometrische patronen met zonnepanelen en elektrische voertuigen

Wat is de ideale verhouding tussen laadpunten en elektrische voertuigen?

De ideale verhouding tussen laadpunten en elektrische voertuigen hangt af van verschillende factoren zoals gebruikspatronen, parkeerduurtijd en het type bedrijf. Voor kantoren ligt de optimale verhouding meestal tussen 1:4 en 1:10, terwijl logistieke bedrijven met intensief vlootgebruik vaak een verhouding van 1:2 tot 1:3 nodig hebben. Deze verhoudingen worden sterk beïnvloed door slimme laadoplossingen die het mogelijk maken om met minder fysieke laadpunten toch meer voertuigen efficiënt te bedienen.

Wat is de standaard verhouding tussen laadpunten en elektrische voertuigen?

De standaard verhouding tussen laadpunten en elektrische voertuigen varieert tussen 1:4 en 1:10, afhankelijk van het specifieke gebruik en de locatie. Voor werkplekken met vaste kantoortijden volstaat vaak een verhouding van 1:6 tot 1:8, omdat niet alle medewerkers dagelijks hoeven te laden. Bij publieke laadlocaties ligt deze verhouding meestal lager, rond 1:4 tot 1:5, vanwege de hogere doorstroming van verschillende gebruikers.

De parkeerduurtijd speelt een cruciale rol bij het bepalen van de juiste verhouding. Locaties waar voertuigen gemiddeld 8-10 uur parkeren kunnen met minder laadpunten toe dan plekken met kortere parkeerduur. Ook het type voertuigen beïnvloedt de benodigde capaciteit: personenauto’s met kleinere batterijen hebben andere laadbehoeften dan elektrische bestelwagens of vrachtwagens.

De laadsnelheid van de geïnstalleerde laadpunten bepaalt mede hoeveel voertuigen per dag bediend kunnen worden. Met snelladers die voertuigen in 30-60 minuten opladen, kan één laadpunt meer voertuigen bedienen dan een reguliere lader die 4-6 uur nodig heeft voor een volledige laadsessie.

Waarom verschilt de ideale laadpunt-verhouding per bedrijfstype?

Verschillende bedrijfssectoren hebben unieke laadbehoeften die de ideale verhouding sterk beïnvloeden. Kantoren met vaste werktijden van 9 tot 17 uur kunnen meestal volstaan met een lagere verhouding omdat medewerkers hun auto’s langdurig parkeren. Logistieke bedrijven met 24/7 operaties hebben daarentegen een hogere dichtheid aan laadpunten nodig vanwege continue vlootrotatie en beperkte laadvensters tussen ritten.

Voor publieke laadlocaties zoals winkelcentra of parkeergarages is de doorstroming veel hoger, wat vraagt om een andere benadering. Hier wordt vaak gewerkt met een mix van reguliere laders voor langparkeerders en snelladers voor bezoekers die kort verblijven. Project ontwikkeling voor deze locaties vereist daarom een grondige analyse van bezoekersstromen en parkeerduur.

Werkplekken hebben over het algemeen de meest voorspelbare laadpatronen, met pieken in de ochtend wanneer medewerkers aankomen. Vlootparkeren voor bedrijfsauto’s kent juist een omgekeerd patroon, met de meeste laadvraag ’s avonds en ’s nachts wanneer de voertuigen terugkeren van hun dagelijkse ritten.

Hoe bereken je het benodigde aantal laadpunten voor jouw situatie?

Het berekenen van het juiste aantal laadpunten begint met een analyse van je huidige en toekomstige elektrische vloot. Tel eerst het aantal elektrische voertuigen dat nu regelmatig op locatie komt, plus de verwachte groei voor de komende 3-5 jaar. Voeg hier minimaal 30% smart charging ruimte aan toe voor flexibiliteit en onvoorziene groei.

Analyseer vervolgens de gebruikspatronen door te kijken naar gemiddelde aankomsttijden, vertrekuren en de typische laadtijd per voertuig. Een praktische berekening gaat uit van gemiddeld 24 kWh geladen in 6 uur, wat neerkomt op ongeveer 4 kW gemiddeld vermogen per laadsessie. Pas hierop een gelijktijdigheidsfactor toe: niet alle voertuigen laden tegelijkertijd op vol vermogen.

Identificeer piekmomenten in laadvraag en bepaal hoeveel voertuigen tijdens deze pieken moeten kunnen laden. Voor een kantoor met 100 elektrische lease-auto’s en een gelijktijdigheidsfactor van 60% tijdens piekuren, betekent dit dat er capaciteit moet zijn voor 60 gelijktijdige laadsessies. Met slim laden kan dit aantal fysieke laadpunten verder worden geoptimaliseerd.

Welke rol speelt slim laden bij het optimaliseren van de laadpunt-verhouding?

Slim laden maakt het mogelijk om met aanzienlijk minder fysieke laadpunten toch alle voertuigen effectief te bedienen door intelligente verdeling van beschikbaar vermogen. Dynamische laadverdeling (load balancing) verdeelt de beschikbare netcapaciteit automatisch over actieve laadsessies, waardoor meer auto’s tegelijkertijd kunnen laden zonder overbelasting van de netaansluiting.

Prioritering van voertuigen op basis van vertrekuren en batterijniveau zorgt ervoor dat de meest urgente laadbehoeften eerst worden vervuld. Een voertuig dat de volgende ochtend vroeg moet vertrekken krijgt bijvoorbeeld voorrang boven een auto die de hele dag blijft staan. Deze intelligente planning kan het aantal benodigde laadpunten met 30-40% reduceren.

De integratie met zonnepanelen voegt een extra dimensie toe aan slim laden. Door laadsessies te plannen wanneer er veel zonne-energie beschikbaar is, wordt niet alleen de energierekening verlaagd maar ook de belasting op het elektriciteitsnet verminderd. Batterijopslag als laatste stap in de slimme laadinfrastructuur biedt nog meer flexibiliteit door energie op te slaan voor momenten met hoge laadvraag of beperkte netcapaciteit.

Wat zijn de kosten van te veel of te weinig laadpunten?

Te veel laadpunten installeren leidt tot onnodige investeringskosten in hardware, installatie en mogelijk een duurdere netaansluiting. Elke ongebruikte laadpaal vertegenwoordigt kapitaal dat elders effectiever ingezet had kunnen worden. Bovendien verhogen meer laadpunten de onderhoudskosten en complexiteit van het beheer zonder proportionele meerwaarde.

Te weinig laadpunten heeft echter grotere negatieve gevolgen voor de bedrijfsvoering. Medewerkers die niet kunnen laden ervaren frustratie en mogelijk range anxiety, wat kan leiden tot verminderde tevredenheid en productiviteit. Voor bedrijven met elektrische vloten kunnen capaciteitstekorten directe operationele problemen veroorzaken wanneer voertuigen niet tijdig opgeladen kunnen worden voor hun volgende rit.

De kosten voor netaansluitingen stijgen exponentieel met het benodigde vermogen. Netbeheerders zoals Liander, Stedin en Enexis hanteren staffels waarbij een verzwaring van de aansluiting aanzienlijk duurder wordt naarmate het gevraagde vermogen toeneemt. Een goed gedimensioneerd laadsysteem met slim laden kan deze kosten beheersbaar houden door het maximale gelijktijdige vermogen te beperken.

Hoe plan je laadinfrastructuur die meegroeit met je elektrische vloot?

Een toekomstbestendige laadinfrastructuur begint met modulaire systemen die gefaseerd uitgebreid kunnen worden. Installeer bij de initiële aanleg alvast de benodigde bekabeling en leidingwerk voor toekomstige uitbreidingen, ook al plaats je nu nog niet alle laadpunten. Deze voorbereiding op project ontwikkeling bespaart later aanzienlijke kosten en overlast.

Reserveer voldoende netcapaciteit voor de verwachte groei van je elektrische vloot over de komende 5 jaar. Het is vaak voordeliger om direct een ruimere netaansluiting aan te vragen dan later een kostbare verzwaring door te voeren. Plan ook fysieke ruimte voor extra laadpunten en houd rekening met de routing van kabels en de plaatsing van technische ruimtes.

Kies voor een laadmanagementsysteem dat eenvoudig schaalbaar is en nieuwe laadpunten probleemloos kan integreren. Moderne systemen bieden de flexibiliteit om te starten met basisvoorzieningen en stapsgewijs uit te breiden met geavanceerde functies zoals dynamisch laden, integratie met zonnepanelen en batterijopslag. Deze gefaseerde aanpak maakt het mogelijk om investeringen te spreiden en te leren van gebruikservaringen bij elke uitbreiding. Wilt u meer weten over hoe wij u kunnen helpen bij het plannen van de ideale laadinfrastructuur voor uw situatie? Neem dan contact met ons op voor persoonlijk advies.